Tussen 8 en ongeveer 10 a 11 jaar jaar maken kinderen een belangrijke ontwikkelingssprong.
Dit noemen we de negenjaarsfase, een fase vol groei, ontdekkingen en nieuwe uitdagingen.
Kinderen ontdekken o.a. in deze fase dat hun wereld groter wordt, maar ook dat deze niet altijd even veilig of eerlijk is.
Ze stellen meer vragen, ontwikkelen een eigen mening en laten die steeds vaker horen. Gevoelens worden intenser en verwarrender. Maar ook wie ben ik? Waar hoor ik bij?

Dat kan zich o.a. uiten in:
• Sterke emoties, zoals boze buien of verdriet dat langer aanhoudt.
• Veel vragen en twijfels.
•Voelen zich onzekerder en twijfelen meer over zichzelf.
• Meer strijd en botsingen met ouders of leeftijdsgenoten.
• Veranderende vriendschappen en groepsdruk.
• Piekeren, angstiger.
• Brutaler gedrag, grote mond.
Niet alleen voor het kind is dit een uitdagende periode, ook voor jou als ouder kan het soms pittig zijn. Juist in deze fase is het waardevol dat kinderen leren omgaan met emoties, gedachten en sociale uitdagingen. Het is een periode van zoeken, oefenen en ervaren. Kinderen staan open om nieuwe vaardigheden te ontdekken en dit in hun dagelijks leven toe te passen.
Als ouder heb je hierin een ondersteunende en begeleide rol. Door kinderen nu handvatten te geven om met emoties, gedachten en sociale situaties om te gaan, vergroot je hun veerkracht en zelfvertrouwen voor nu en later.
Dat zorgt ervoor dat ze sterker en steviger in hun schoenen staan.
Reactie plaatsen
Reacties